Mestreech in 't Nuits

 

(Maastricht in het Nieuws)

Maastricht in het nieuws, 1638 - 1644

De nasleep van het verraad van Maastricht deed zich voelen. De gereformeerde jacht op de katholieke burgers en geestelijken van de stad was alom voelbaar. Op zeven juni 1638 werd Pater Servatius Vinck op het Vrijthof onthoofd. De dappere geestelijke onderging moedig zijn lot. In de avonduren ruzieden de gereformeerde kapitein van het garnizoen en de beul nog om wie zijn kleding mocht hebben. Respect was toen ook al ver te zoeken. In juli en juli werden nog meer beschuldigden onthoofd. Kapelaan Silvius, lekebroeder Nottin, pater Gerard Pasmans, en ook pater Bodden. In 1639 werd een er plakkaten in de stad opgehangen, waarop men kon lezen dat de burgers die gevlucht waren omdat ze van het verraad wisten, weer konden terug komen. Velen zullen dat niet gedaan hebben, de protestantse overheid had te veel onheil aangericht. In juni 1639 werden de Jesuiten en de Minderbroeders gedwongen de stad te verlaten. In oktober van dat jaar hadden de gereformeerden het Minderbroedersklooster veranderd in een weeshuis. Daarna ging ook hun predikant Ludovicus er in wonen.

In 1639 was het zo warm dat jongeren in de Maas gingen zwemmen. In september trok een commando de stad uit om in de buurt van Tongeren vee te bemachtigen. Er was altijd behoefte aan voedsel in een oorlogssituatie, zo ook in Maastricht. Daar werden ze door Spaanse soldaten aangevallen. Vijftig soldaten sneuvelden, en honderdvijftig man werden krijgsgevangen gemaakt. Dat viel tegen, en de buit was natuurlijk ook weg. Op vier april was er in de stad en in de omgeving een fikse aardbeving, die voor veel schade zorgde. Het marktschip van Luik naar Maastricht raakte in dezelfde maand bij de Elvenschans in de buurt van Eijsden de kant, waarbij zeven opvarenden verdronken. In januari 1642 predikten de Franse Calvinisten voor het eerst in de Jesuitenkerk. Vooraf waren alle versierselen en beelden door de zuinige protestanten verwijderd. De ware religie moest immers zegevieren. In februari 1642 trok om vijf uur in de avond een groot commando van 1200 man de stad uit, om bij stad Limburg een troepenmacht van 400 Polakken te overvallen, die daar waren in dienst van de prins-bisschop van Luik. De Polen verdedigden zich heldhaftig en het garnizoenscommando moest ondanks hun meerderheid uiteindelijk vluchten. Ze moesten veertig doden en zestig gevangenen achterlaten. Op hun weg terug moesten vele dorpen het ontgelden. Korte tijd  later bepaalde de magistraat dat alle door de soldaten op de terugtocht geplunderde zaken moesten worden terug gegeven.

Medio januari 1642 kende de Maas een waterhoogte die de mensen tot dan toe nog niet aanschouwd hadden. Zij stond twee voet hoger dan in 1575. In Luik waren de bruggen weggeslagen, en in Hoei dreven driehonderd huizen door haar vernietigende kracht weg. Toen de Maas daar een aantal dagen later gedaald was, ontdekte men honderden lijken. Bij Wijk nam de Maas de buitenwerken mee, en ook een groot deel van de stadsmuur bij het groot rondeel. Het was een geluk dat het water toen al ongeveer anderhalve meter was gezakt, anders was een groot deel van de Wijkenaren omgekomen. De overlast beperkte zich niet tot Maastricht. De Geul deed ook van zich spreken, en spoelde een deel van de vesting in Valkenburg weg.

In 1643 plunderden troepen uit het Duitse Hessen het Land van Keulen en Gulik. Een deel van de losgeslagen bende maakt een afzwaaier naar onze regio, en viel Gronsveld aan. Ze namen het kasteel in en eisten dat de lokale bevolking hen ondersteunde. De daar buit gemaakt goederen probeerde men in Maastricht te verkopen. Het nieuws bereikt ook Luik, en daar nam men het initiatief om de Hessen te verdrijven. In de ochtend van zestien juli werd met het beleg van het kasteel begonnen. De belegerden verweerden zich met lange haken, maar moesten het afleggen toen de belegeraars twee kanonnen inzetten. Daar bleef het niet bij. Het in rep en roer geraakte Land van Aken stuurde driehonderd man om de Luikenaren te ondersteunen. Men slaagde er in het kasteel binnen te dringen en daarbij werden minstens vijfenzeventig Hessenaren gedood. De Hessen kapitein, Cauwberg, werd uit een venster aan de kant van Maastricht opgehangen. Hij had brieven in zijn bezit van advocaat Sauveur, die duidden op een samenzwering met de Grignoux uit Luik. Zij werden door Frankrijk gesteund en waren de tegenstanders van de autocratische prins-bisschop van Luik. De scherprechter verbrandde de documenten op de markt te Luik, en de advocaat werd verbannen.

Naor Bove

Bron: J.Visser - Jo Vromen via zijn blog Helletocht naar de Grotten,  Foto Onthoofding Pater Vinck, Foto Militair uit Hessen. 

eine terök