Wilhelminabrögk

'De Nuij'

(Wilhelminabrug)

 

Wilhelmina brug

(de Nuij Brögk) 1930-1932

Ik heb hier geen echte herinneringen aan. Buiten dan van dat je de brug als vanzelfsprekend neemt en deze gebruikt om van de ene zijde van Maastricht naar de andere zijde te geraken. Voor mij was dat omdat ik in het sportfondsenbad schoolzwemmen heb gehad, en weer later  om iedere dag over de brug naar de middelbare school (Wijck) te gaan. Dat deze brug bijna geheel aan mij voorbij is gegaan getuige wel het feit dat ik in mijn hele fotoverzameling van eigen fabricaat maar enkele foto's had van de Wilhelminabrug. Desondanks verdient de Wilhelminabrug zeer zeker de aandacht. (vandaag 180710 toch maar even wat foto's gaan maken)

De Wilhelminabrug, in de volksmond ook wel "de Nuij Brögk" (de nieuwe brug) genoemd is tussen mei 1930 en april 1932 naar een ontwerp van de toenmalige Rijksbouwmeester Kees König en onder leiding van rijksarchitect ir. G.C. Bremer gebouwd. Er zijn diverse ontwerpen van diverse ingenieurs ter sprake gekomen. Het eerste ontwerp was reeds van Eugène Regout uit 1882 en 1883.

'Ook was er een voorstel van een boogconstructie van Ir. Lirpa.
Hij zou de dag na 31 maart 1925 een lezing houden in de Dominicanenkerk.
De Limburger Koerier plaatste reeds een aantal bouwtekeningen van de nieuwe brug naar een ontwerp van Ir. Lirpa. De brug zou moeten komen tussen de Markt en de Lage Barakken met een ophaalbrug aan de Wycker kant. De Dominicanenkerk was vol toehoorders en je begrijpt het al: Ir Lirpa en zijn bouwtekeningen was een goede 1 aprilgrap (Lirpa - april)
'.

naor bove

Het Ontstaan van:

Begin jaren twintig werd het steeds duidelijker dat de Sint Servaasbrug de steeds maar toenemende verkeersdrukte niet langer aankon. Als de tot dan toe enige verkeersbrug vormde ze een gigantisch knelpunt in de zich alsmaar uitbreidende stad. Tevens was deze toen al 600 jaar oude brug dringend aan restauratie toe. Gezien het gebrek aan alternatieve oeververbindingen zou de eventuele sloop en nieuwbouw de situatie de daarop volgende jaren alleen maar verergeren. Bovendien stuitte de voorgenomen sloop op grote weerstand van de bevolking. In 1928 werd uiteindelijk besloten tot het behoud van de Sint Servaasbrug en de bouw van een nieuwe brug; de Wilhelminabrug. Als plaats voor de nieuwe brug werd gekozen voor het traject Markt-Wilhelminasingel, ongeveer 300 meter noordelijk van de Sint Servaasbrug. Na de oplevering van de nieuwe brug zou de oude brug gerestaureerd worden waarna de beide bruggen aan de kant van Wyck verbonden werden door een strekdam. Deze strekdam gaf de nieuwe verdiepte vaargeul in de inmiddels gekanaliseerde Maas aan.

Het Bouwen van:

De nieuwe brug werd betrekkelijk snel gebouwd; van mei 1930 tot april 1932. De oprit aan Maastrichtse zijde begon op de Markt. Vervolgens was er een korte stalen overspanning over het Kanaal Luik-Maastricht. Daarna volgde de eigenlijke brug over de Maas zelf; een betonnen, met natuursteen bekleedde, constructie van vijf segmentbogen en een stalen gedeelte over de vaargeul aan de kant van Wyck aansluitende op de oprit in het verlengde van de Wilhelminasingel. Pas na de officiële opening werden de twee pylonen op de hoofdpijlers aan de oostkant, versierd met reliëfs van de hand van de Haarlemse beeldhouwer H.A. Van de Eijnde. De beeldhouwwerken stelden zes locale historische taferelen voor: de intocht van de Romeinen, de intocht van Sint Servatius, de inval van de Noormannen, hertog Hendrik I van Brabant die Maastricht het recht tot ommuring gaf, de ondertekening van de "Alde Caerte" en de intocht van koning Willem I.

Voor de verlichting werden fraaie lantaarnpalen ontworpen in, toen in de mode zijnde, Art Deco stijl. Omdat er geen hefgedeelten voorzien waren moest de brug vrij hoog zijn om een minimale vaarhoogte voor zowel schepen op de rivier als op het kanaal te kunnen garanderen. Als gevolg daarvan waren de opritten vrij lang; ongeveer 200 meter. Vooral aan Maastrichtse zijde leverde dit aanzienlijke problemen op.

Om de opening naar de Markt te kunnen maken vielen drie complete huizenblokken tussen Markt en Maas onder de slopershamer. De Drie emmerstraat en de Kwadevliegenstraat waren daarmee geschiedenis, net als het tot dan toe intieme, gesloten karakter van de Markt. De feestelijke opening op 18 april 1932 werd verricht door Minister-president Charles Ruijs de Beerenbrouck.

 

naor bove

Later zou men van de gekozen locatie voor de brug nog grote spijt krijgen, vooral toen het autobezit in de jaren zestig razendsnel steeg. Al het verkeer moest door de binnenstad geleid worden om de andere oever te bereiken. Ironisch genoeg had een rapport uit 1928 van architect W.J. Sandhövel deze problemen reeds voorspeld;

"De Kamer van Koophandel was het niet eens met de locatie van de nieuwe brug en gaf de architect W.J. Sandhövel de opdracht een onderzoek te doen naar een andere locatie. Sandhövel vond de Markt niet geschikt voor zwaar verkeer en stelde een alternatief voor, dat echter niet werd uitgevoerd.
Het plan was een belangrijke opdracht en in het Bouwkundig Weekblad werd voor een nationale prijsvraag gepleit. Het ontwerp moest bij de historische locatie
passen en aan bepaalde technische eisen voldoen. Bremer (hoofd van de Rijksgebouwendienst) tekende een moderne brug met een monumentale vorm, in de stijl van de naastliggende Oude brug. Aan de stadszijde plande hij een café-restaurant met terras, 'Paviljoen Wilhelminabrug' genoemd, dat nooit werd gerealiseerd. In een zeldzame gesigneerde tekening van Bremer, gedateerd oktober 1929, zien wij hoe in eerste instantie het laatste brugdeel aan de Wycker kant door een ijzeren boogbrug over de vaargeul werd gevormd. Dat ontwerp werd sterk bekritiseerd, onder andere door de Limburgse architect F.P.J. Peutz (1896-1974). Na advies van de plaatselijke Schoonheidscommissie (arch. Jos Cuypers, R. Graafland, arch. Klijnen, Kallen en wethouder Kersten) werd de boogbrug door een plaatijzeren brugdeel vervangen, de bogen kregen een sterkere ronding en de hoogoplopende toegangstorens werden vereenvoudigd. "

ze werden evenwel door Burgemeester en Wethouders genegeerd. Pas door de bouw van de John F. Kennedybrug in 1968 werd de situatie enigszins verbeterd.

De Tweede Wereldoorlog:

De Wilhelminabrug heeft de Tweede Wereldoorlog niet overleefd. Lang mocht Maastricht niet genieten van haar nieuwe brug. Op 10 mei 1940, slechts acht jaar na de opening, werd op last van de Nederlandse legerleiding de stalen overspanning opgeblazen. De Duitse opmars had hier niet veel door te lijden; reeds op 13 mei was er al een noodbrug over de geslagen bres geplaatst. Tijdens de Duitse bezetting werd de naam gewijzigd in Antoniusbrug (1942). Het in 1944 terugtrekkende Duitse leger ging veel rigoureuzer te werk. Op 13 september 1944 om 15:13 uur, de dag van de bevrijding van Wyck en slechts één dag voor de bevrijding van Maastricht zelf werd de Wilhelminabrug door de wegtrekkende Duitse soldaten helemaal verwoest en opgeblazen, de explosie was zo heftig dat grote stukken staal door de lucht zweefden en dat de stad geruime tijd zonder drinkwater en elektriciteit zaten. In tegenstelling tot de Sint Servaasbrug die slechts beperkt beschadigd werd, werd de Wilhelminabrug volledig verwoest; alleen de pijlers staken nog boven water uit. Op 15 december van het zelfde jaar werd evenwel een door de geallieerden gebouwde betonnen noodbrug in gebruik genomen.

naor bove

Reparatie

Pas na veel discussies door Rijkswaterstaat werd de nieuwe brug tussen 1957-1960 ontworpen en herbouwd, echter niet in de oorspronkelijke vorm. Het stalen gedeelte over het inmiddels gedempte kanaal en de de vijf stenen bogen werden vervangen door drie stalen overspanningen. Hierdoor kwam een aantal pijlers te vervallen evenals de natuurstenen bas-reliëfs; de bevolking vond het allemaal niet erg fraai. Vooral de bouw van de Stadskantoren in de jaren zestig ten behoeve van de Gemeente Maastricht aan weerszijden van de oprit vanaf de Markt kwamen het uitzicht vanuit Wyck op de Maastrichtse skyline niet ten goede. Tot die tijd heeft het stadsverkeer zich moeten behelpen met de noodbrug die de Amerikanen direct na de bevrijding hadden aangelegd. In 1959 werden de gebeeldhouwde reliëfs van Van den Eijnde verwijderd en opgeslagen bij Openbare Werken Maastricht in Limmel. Zij kwamen tenslotte als los staande stukken terecht in het Griendpark op de oostelijke Maasoever.

Mosae Forum

Aan deze onbevredigende situatie kwam in 2002 ten einde na de start van het prestigieuze project  Markt-Maasproject (Mosae Forum). Door dit project kwam de oprit vanaf de Markt te vervallen en werd deze verlegd naar de Maasboulevard. Daartoe werd het eerste stalen brugdeel aan Maastrichtse zijde vervangen door een V-vormige dubbele overspanning. Tussen deze twee 'poten' leidt een trappenpartij vanaf het Mosae Forum naar de lager gelegen Maasboulevard. De Markt heeft inmiddels door de sloop van de volgens velen foeilelijke Stadskantoren en de daarop volgende bouw van het Mosae Forum haar gesloten karakter van voor 1930 weer terug gekregen. Als je op de brug rijd dan ziet het er zo uit, veel mensen kwamen in het begin in de problemen, moet je nu rechts of links.

Wat me is opgevallen is dat de Wilhelminabrug in principe eigenlijk de grens vormt tussen links het historisch Maastricht (Centrum) en rechts het Industrieel Maastricht (Sphinx/KPN(Sappi)/Bassin/Kamer van Koophandel/Boerenbond.

DE WILHELMINA BRÖK

 

De kaoms in eus leve, wel neet oonverwach

De kaoms en 't had ouch zie rijje

Mè toch had eus Börgerij noets gedach

me boven de stand diech gòng kleije.

 

De steis in 't teike vaan weelde en chiek

De raod vaan Mastreech te verwiete

De laps aon d'n laars de Bezuinigerskliek

Die mèt geld neet zoe durreve smiete.

 

En bij dien geboorte waor keuninklik fies

En keninklik woors te geheite

Toch bis te bepaold jao gèt al egoies

Wat váöl lui nog neet zoe good weite.

 

De Mèrret dee braokste Us gans oeterein

Väöl schoens is neet euvergebleve.

De dròngs in 't hart vaan 't iewe-n-aaid plein

Dat is toch gèt te euverdreve.

 

De maakdes tiech meister vaan hiel 't verkier

Mèt paole, mèt wijzers en stekke

Dicteerders tiech alles, es oppersten Hier

En schides Us roond wie de gekke.

 

En auch in de Singels dao maakdes te baon

De lags us de hoezer in koule

De troks diech vaan geine, vaan niemand gèt aon

De stopdes mèt drek hun de moule.

 

DE awwe weeg is neet zoe wiet vaan diech aof

Verdreijd! ut is mer unne wörrep

Toch Höbste Percé en de Brökstraot gestraof

Dao liekend ut noe wel 'n dörrep.

 

Tu as fait, 't is zoe, un peu trop de mal

Dat is jummers neet te weerlègge.

Tu as fait, iech weit neet, peut être de bien?

Tot andere dat vaan diech zègge.

naor bove

 
 
 

Voor zwart wit en oude foto's klik hier of op de camera.

Voetnoot:

De werkzaamheden begonnen op 16 mei 1930 en verliepen niet zonder problemen. Bremer werd beschuldigd van corruptie omdat hij de natuurstenen voor de bekleding van de brug - 2800 kubieke meters - in eerste instantie bij een Nederlandse firma had besteld, maar later bij een Franse stenenhandelaar had ingekocht. De zorg voor degelijk en esthetisch verantwoord bouwmateriaal, die als een rode lijn door Bremers hele leven loopt, was waarschijnlijk de reden van de verandering van leverancier en bijgevolg van de beschuldiging die, zoals Bremer zelf aan zijn chef, Van Lynden, schreef, alleen een 'insinuatie' was. Op 18 april 1932 werd de brug feestelijk geopend en het incident was kennelijk vergeten. Bremer kreeg zelfs een oorkonde voor zijn werkzaamheden. Op 22 maart 1932 besloot de Gemeenteraad tot een nieuwe naam voor de brug, die 'Wilhelminabrug' werd genoemd, als verlenging van de Wilhelminasingel. Naderhand werd het bruggenhoofd versierd met reliëfs van de Maastrichtse beeldhouwer H.A. van den Eijnde (1869-1939), die enkele belangrijke momenten uit de historie van de stad weergeven: de intocht van de Romeinen over de Maas, de intocht van Sint Servaas, de inval van de Noormannen, Hendrik I, Hertog van Brabant, geeft toestemming de stadswallen te versterken (1229); de ondertekening van de Alde Caerte (1284) en de intocht van Koning Willem in 1815.
Het Bouwkundig Weekblad Architectura publiceerde, toen de werkzaamheden aan de brug waren beëindigd, op 27 juli 1932 de bouwtekeningen van de brug en het paviljoen met verschillende foto's die tijdens de bouw waren genomen. In het bijbehorende artikel werd de naam van Bremer, als ontwerper van de brug, nadrukkelijk twee keer herhaald. Bremer zorgde meestal voor een dergelijke geschreven getuigenis van zijn auteurschap.

naor bove

Bron: Wigo Site, Zicht Op Maastricht, Wikipedia, Mestreech Online,

bron versjes:Mastreechter Versjes en Leedsjes, door P.C.d, B., drökkerij en oetgeverij N.V. Leiter-Nypels, Maastricht 1914 35 cent, Oetgegeve ten veurdeile vaan d'n erreme vaan Sint Vincentius

Foto's: kleur John Kerkhofs, Zwartwit internet en Frerejean.

eine terök