SPHINX

De Sphinx:

Door zijn strategische ligging aan de Maas is de vestingstad Maastricht eeuwenlang een begerenswaardig doelwit geweest voor koningen en vorsten. Tot 1830 heeft de stad daarom vele belegeringen en bezettingen, o.a. van Franse en Spaanse troepen, moeten doorstaan. In een dergelijke onrustige sfeer konden industriële bedrijven van betekenis zich niet ontwikkelen en beperkte het economische leven zich tot die tijd tot wat plaatselijke nijverheid en kleinhandel. De Belgische opstand van 1830 maakte zelfs aan deze beperkte economische activiteit een abrupt einde. Acht jaar lang lag Maastricht als een Nederlands eiland geïsoleerd binnen een vijandige omgeving.  Handel met België was verboden en met de rest van Nederland onmogelijk.

 

Aan de Boschstraat ligt de bakermat van de industriële ontwikkeling van Maastricht. In 1827 kocht de weduwe Regout-Nijsten, de moeder van Petrus Regout, het pand Boschstraat 1303, strategisch gelegen tegenover de in het voorgaande jaar geopende binnenhaven Bassin. In het woonhuis werd een kristalslijperij gevestigd. Twee jaar later kocht Regout het aangrenzende pand Het Rood Paard, waar hij in 1834 de eerste stoommachine plaatste in zijn stoomglasfabriek. 1834 was ook het jaar dat de Maastrichtse kooplieden toestemming kregen om uit België grondstoffen en halffabricaten in te voeren. Vanaf ca. 1835 breidde het complex van glas-, aardewerk-, spijker- en geweerfabrieken zich gestaag uit langs de noordzijde van de straat. Aanvankelijk produceerde Regout kommen en borden, gemaakt van zacht wit aardewerk. Rond 1850 lukte het hem om het harde witte baksel van Wedgwood te evenaren.
In 1867 werd de vestingstatus van Maastricht opgeheven. In de jaren daarna werden alle stadspoorten (inclusief de Boschpoort) en een groot deel van de oude stadsmuur en de daaromheen liggende buitenwerken gesloopt. Het bestaande industrieterrein aan de noordwestzijde van de Boschstraat kon nu tot voorbij de voormalige stadsmuur worden uitgebreid en ook aan de noordoostkant van de Boschstraat, op de plek van het oude wachthuis, verrezen bedrijfsgebouwen.

In 1878, het overlijdensjaar van Petrus Regout, werkten ca. 2500 mensen in de Regoutfabrieken, die een oppervlakte besloegen van 10 ha aan beide zijden van de Boschstraat. In de jaren 1930 en 1940 veranderde het aanzien van de straat sterk door de bouw van het Eiffelcomplex en de bijbehorende tunnelovens, waarvoor de rij karakteristieke, witgesausde huizen langs de Boschstraat (inclusief het eerste woonhuis van Petrus Regouts) moest verdwijnen.

Petrus Regout is en blijft een 'eenmanszaak', de oprichter is de baas. Alle vijf zonen werken echter vanaf hun 16e of 18e mee in de fabriek: Pierre (Petrus Alexander) kristal en glasfabriek, Eduard grondstoffenbeheer en faiencerie, Louis ovens aardewerkfabriek, decor en glazuurafdeling en aardewerkverkoop, Eugène technische dienst en Gustave in de slijperij.

 

De firmanaam waaronder de aardewerk- en kristalproducten op de markt werden gebracht luidde achtereenvolgens: tot 1870 Glas- en Aardewerkfabriek Petrus Regout, van 1870 tot 1879 Firma Petrus Regout, 1879 tot 1899 C.V. (Commanditaire vennootschap) Petrus Regout. In 1899 werd de naam gewijzigd in N.V. Kristal- Glas- en Aardewerkfabrieken de Sphinx v/h Petrus Regout. Deze benaming bleef ongewijzigd tot 1958, ofschoon de kristalproductie in 1925 werd ondergebracht in een aparte vennootschap, de N.V. Kristalunie. 

In 1958 wordt het concurrerende bedrijf N.V. Céramique, dat in 1851 in Wijck, aan de overzijde van de Maas, werd opgericht door de twee Belgische ondernemers Nicolas Winand Clermont en zijn zwager Charles Chenaye, samengesmolten met de “Sphinx”. Het bedrijf heet voortaan N.V. Sphinx-Céramique met in 1959 ter gelegenheid van zijn 125 jarig bestaan de toevoeging van het predicaat “Koninklijke”. De familie Regout behoudt het beheer over de totaliteit der bedrijven. In de twintigste eeuw kent de Sphinx een buitengewoon succesvolle ontwikkeling. Over de hele wereld kan men zijn aardewerkserviezen vinden en op de gebieden van tegels en vooral van sanitair is het bedrijf één van de drie voornaamste Europese fabrikanten. In spitsperiodes verschafte het bedrijf werk aan meer dan 4.500 werknemers. In 1968 neemt de Sphinx in België de SA Manufactures Céramiques  van Hemiksem  en van Dyle over. In 1969 valt het doek voor de productie van de aardewerkserviezen. Het succes van de tegels en sanitairproducten trekt de aandacht van de Engelse groep Reed International die in 1974 een openbaar bod uitbrengt op de gezamenlijke bedrijven, 140 jaar nadat Petrus Regout zijn eerste bedrijf opzette. In 1986 worden de aandelen Sphinx naar de Amsterdamse beurs gebracht.

Het fabrieksterrein in Wijck van de voormalige SA Céramique wordt in 1988 aan de Stad Maastricht verkocht. Ten slotte, nadat ook de Zweedse groep Gustavberg was ingelijfd en de tegelproductie was afgestoten, komt de Sphinx, nog altijd actief in de productie van sanitair, in 1999 in handen van de Finse groep Sanitec. De historische fabriek van de Sphinx aan de Boschstraat sluit definitief zijn poorten op 31 december 2006.

In 2007 verplaatste het bedrijf, sinds 1960 Koninklijke Sphinx geheten, haar activiteiten van de Boschstraat naar een gloednieuwe ultramoderne fabriek ten noorden van Maastricht, op het industrieterrein Beatrixhaven, de productiefaciliteiten worden hier ondergebracht die tot ieders grote verrassing al heel snel weer wordt ontmanteld. De productie, inclusief machines en inventaris, wordt verplaatst naar Zweden.

Voor de voormalige fabrieksgebouwen aan de Boschstraat zijn in het kader van het Plan Belvédère nieuwe bestemmingen ontwikkeld, maar door de economische crisis is de uitvoering hiervan vertraagd. Aan het einde van dit twee-eeuwenlange succes blijft in Maastricht niet meer over dan een verkoopkantoor met het embleem van de Sphinx op de deur. Maar de stempel van Regout op de Boschstraat zal blijven voortleven, want de gemeenteraad van Maastricht besliste dat een van de belangrijkste rotondes in het nieuwe woon- en winkelcentrum Regoutplein zou heten. Ook het Belgische verleden werd niet vergeten en zo ontstond het Plein der Belgen. Helaas is dit tot op de dag van vandaag niet gebeurt.

 

Weinig fabrieken die in Maastricht zijn/waren gevestigd houdt de Maastrichtenaren zo in hun ban dan de Sphinx, vooral de eigenaren zijn geprezen en tegelijkertijd verguisd. Bij menig oudere Maastrichtenaren ligt dit zeer gevoelig. Het feit is wel dat de Sphinx een gigantisch aandeel heeft gehad in de geschiedenis van en aan de  Maastricht van vandaag.

Dompelen in de verniskuip 1925, verniskuip, vormer met jigger 1930, vormer met jolly 1930. Bron GAM collectie SPHINX, SHCL
Petrus Dominicus Laurentius Regout 1801-1878 Thomas Dominicus Regout 1805-1862
Standbeeld Petrus Regout   Cité Ouvrière / Menschenpakhuis
Chronologische opsomming familie Regout van de opeenvolgende tijdperken door Stichting Regout.
 

Tijdens het speuren naar meer informatie op het grote internet kwam ik deze site tegen:

Onder de Titel 'op stap met Regout' staat op de site van Stichting Hippo Mobiel Erfgoed dit mooi geschreven artikel met prachtige foto's van familie Regout gaat vooral over hoe ze hun vrije tijd doorbrachten, hun rijtuigen, koetsiers en paarden. Van kasteel Vaeshartelt tot Villa Wyckerveld en Canne.

Ik ben dan ook blij met de toestemming om een link en een foto te plaatsen naar dit prachtig artikel. Veel plezier.

Foto links de kleinkinderen van Petrus regout en Gonneke Hoeberechts (1798-1878) groeiden op Kasteel Vaeshartelt op met ezels- en ponywagen. Links de jongens, rechts de meisjes. Voor artikel klik op de foto links of op deze LINK !

Werk en zorg :

De arbeiders in de fabriek hadden het zwaar: lange werkdagen (twaalf uur was heel gewoon), nauwelijks vrije tijd, weinig loon. Het gemiddelde was zo'n gulden per dag. Ter vergelijking: een gewone witte koffiepot van Regoutaardewerk kostte in de winkel 55 cent. 
Ook als het op de zorg voor zijn arbeiders aankwam opereerde Regout als een ondernemer. In 1864 liet hij vlak bij de fabriek een woonkazerne bouwen waar 70 gezinnen konden wonen en hij bouwde kleine eengezinswoningen voor de hogere arbeiders. De huur ging natuurlijk naar Regout. De Regoutfabriek had als een van de weinige fabrieken ook een soort ziekenfonds, waar iedere mannelijke werknemer lid van moest worden en dat ook zorgde voor uitkeringen aan weduwen en wezen. Zoals overal werkten er ook kinderen in de Regoutfabriek. Een telling in 1869 kwam uit op 103 kinderen op 2000 werknemers. Kinderen boven de twaalf werden als volwassen beschouwd. In 1874 werd kinderarbeid door het aannemen van kinderwetje van van Houten voor kinderen onder de twaalf bij wet verboden.

'Het Kinderwetje van Van Houten uit 1874 is de eerste wet die in Nederland een einde moest maken aan kinderarbeid. De wet verbood kinderen tot 12 jaar in fabrieken te werken. Tot aan de invoering van deze wet, was kinderarbeid in Nederland heel gebruikelijk. De industriële revolutie en de armoede maakte dat er veel voorstanders van kinderarbeid waren. De tegenstanders van kinderarbeid hadden politiek minder invloed. Toch lukte het de tegenstanders in 1874 de kinderwet van Van Houten aangenomen te krijgen. Deze wet was bedacht door het liberale kamerlid Samuel van Houten, wat opmerkelijk was omdat de liberalen wel voor kinderarbeid waren. Doordat uitvoering van de wet nauwelijks gecontroleerd werd, ging het inzetten van jonge kinderen in de fabrieken in de praktijk overigens gewoon door. In 1901 kwam er door de leerplicht wel een eind aan kinderarbeid. Deze wet verplicht kinderen van 6 tot 12 jaar onderwijs te volgen. De leerplichtwet werd maar net aan genomen met 50 tegen 49 stemmen'.

Triangelkamer, decorafdeling, decorschilders 1930, drukkersatelier 1930. Bron GAM collectie SPHINX

Geüpload 03 oktober 2007

Een drieluik over de 'aardewerkhistorie'. De documentaire geeft een duidelijke beeld van het verleden, heden en toekomst van de aardewerkindustrie in Nederland

Links geüpload in 2011 door Max van Even een professionele film eventueel te verkrijgen op DVD.

Rechts geüpload januari 2016, een zeer mooie compilatie over de geschiedenis van de keramiek-industrie in Maastricht vanaf 1834. Aandacht voor Regout, Sphinx, Mosa, Kristalunie. Enz.

Met dank aan Brour00

 

Chronologische volgorde SPHINX:

 

1826/1827
Petrus Laurentius (Pie) Regout (1801-1878 ) richt een handmatig glas- en kristalslijperijtje op, waar halffabricaten uit Luik worden afwerkt; vier employees.
1834 najaar, Oprichting van een stoomslijperij met 88 slijpers voor glas en kristal, onder de naam 'Petrus Regout'. 
1836 zomer, Oprichting fabriek voor aardewerk; ca. 60 werklieden.

1838 najaar, Oprichting Kristal- en Glasblazerij en -slijperij, enerzijds omdat de aanvoer van halffabricaten door Belgische tegenwerking stagneert en anderzijds door de ongunstige handelspolitiek van Nederland, waardoor het in 1826/27 gestichte slijperij-trafiekje dreigt weg te kwijnen.
1841 start productie vuurvast materiaal.
1842 oprichting geweerfabriek.
1844 oprichting glasfabriek. Er waren toen 400 werknemers in dienst. De economische crisis van
bracht Regout aan de rand van de afgrond. Door goed inzicht en een gelukkige hand bij het aanleggen van grote (speculatieve) voorraden, kwam hij de crisis te boven en was in staat om vanuit een zeer sterke financiële positie de ontwikkelingen voort te zetten, die resulteerde in een onderneming met 600 werknemers in 1850, 1.500 werknemers in 1860 en 2.500 werknemers in 1878.
1870 september, de eenmanszaak wordt omgezet in een vennootschap onder firma, waarin de drie zonen die nog bij de fabrieken betrokken zijn (Pierre, Louis en Eugène) naast hun salaris een aandeel in de winst krijgen. Bij afwezigheid van Petrus sr. kunnen de handtekeningen van twee zonen die van vader vervangen. Stemrecht: vader 3, de zonen elk 1 stem.
Regout – die sukkelt met zijn (geestelijke) gezondheid - trekt zich terug op Vaeshartelt.
Na 1875 groeit het bedrijf uit tot de (dan) grootste exportindustrie van Nederland.

1886 werden er per maand zo'n 400.000 borden geproduceerd. Om niet te spreken van de duizenden kopjes, schotels, dekschalen en vazen in tientallen modellen. 

1888 Begin tegelfabricage.
1878-1898 
CV Petrus Regout en Co. 
Regout sr. overlijdt. Eduard sterft eveneens, aan de gevreesde silicose. De drie resterende zonen Pierre, Eugène en Louis richten een nieuwe zaak op: de CV Petrus Regout en Co.
'Petrus Regout' slaat in deze nieuwe naam op de oudste zoon Pierre (Petrus Alexander). Dit blijkt twintig jaar later als bij diens overlijden (1898 ) de naam van de firma opnieuw wordt veranderd.
NB. In deze periode wordt in 1883 het beeldmerk 'Sphinx' officieel geregistreerd.
1899 januari, N.V. Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken De Sphinx, v/h Petrus Regout en Co. Louis wordt voorzitter van de Raad van Bestuur (1899-1901), Eugène lid (1899-1908 ).

1903 Start sanitairfabricage.
1914 Wereldoorlog I : desastreuze verstoring van de goede gang van zaken.
1918 Nog maar 20% van het aantal arbeiders van voor de oorlog in dienst.
1925 Fusie tussen kristal- en glasfabrieken Sphinx en ‘Stella’, nu ‘Leerdam’
1940 Wereldoorlog II : ontwikkeling wordt ruw verstoord.
1949 Bereiking van het peil van voor de oorlog.
1958 Overname van Société Céramique, N.V. Sphinx-Céramique v/h Petrus Regout. Bij de fusie met de NV Céramique wordt terecht teruggegrepen naar de oorspronkelijke firmanaam.
1959 Koninklijke N.V. Sphinx-Céramique v/h Petrus Regout; het predicaat 'koninklijk' wordt verleend bij gelegenheid van het 125-jarig bestaan. 

1960 Overname van aardewerkfabriek ‘De Toekomst’ in Oosterhout (N.B.).
1962 Oprichting van B.V. Filtropa voor productie en verkoop van papieren filterzakjes.
1968 Oprichting van B.V. Handelmij. Randwijck voor de verkoop van voornamelijk geschenkartikelen.
Overname van tegelfabriek 'Keramiekfabrieken Van Hemiksem en Van Dijle' in Hemiksem, België.
1969 Start fabricage kaarsen.
Stopzetting productie huishoudelijk aardewerk en porselein. Concentratie op productie van sanitair, tegels, vuurvast en huishoudelijke artikelen.
1971 Reorganisatie met fundamentele wijzigingen van de organisatiestructuur (decentralisatie).
1974 Overname door het Britse concern Reed International.
1975 Economische recessie resulterend in werktijdverkorting en vervroegde pensionering.
1977 Stopzetting kaarsenproductie. Oprichting verkoopkantoren in Frankrijk, België en Duitsland.
1978 Concentratie tegelproductie in Maastricht.
1980 Sluiting aardewerkfabriek ‘De Toekomst’.
1983 Herstructurering en reorganisatie.
1986 Sphinx weer zelfstandig door middel van introductie van certificaten van aandelen op de officiële markt van de Amsterdamse effectenbeurs.
1986 Overname Sphinx Tiles Ltd. van Reed International en voortzetting van Engelse activiteiten door Royal Dutch Sphinx Ltd.
1987 Grootse viering van het 150-jarige bestaan. Gift in bruikleen voor dertig jaar van de 75.000 stuks omvattende aardewerkcollectie aan de Gemeente Maastricht.
1988 Verkoop Céramique terrein (21ha) aan gemeente Maastricht ten behoeve van grootschalig stadsvernieuwingsproject.
1988 Toetreding van Wisa B.V. te Arnhem, producent van sanitaire kunststof 
producten; een eerste stap naar het totaal concept in de badkamermarkt.
1989 Toetreding van Warneton S.A., de belangrijkste Belgische fabrikant van 
keramisch sanitaire producten.
1989 Verzelfstandiging van B.V. Handelsmaatschappij Randwijck te Maastricht.
1990 Toetreding van Produits Céramique de Touraine S.A. (‘Celles’) te Selles-sur-Cher in Frankrijk, producent van keramisch sanitair.
1991 Sphinx verwerft participatie van 46% in Schock Bad GmbH (Duitsland), toonaangevend badkamermeubelfabrikant te Treuchtlingen.

Toetreding Novoboch S.A. in België, producent van keramisch sanitair.
Toetreding van Wallonit GmbH in Wallhausen, Duitsland, producent van keramisch sanitair.
1992 Oprichting Deutsche Sphinx Sanitair GmbH, waarin alle commerciële- en productiebelangen in Duitsland zijn geïntegreerd.

Verzelfstandiging van B.V. Filtropa te Maastricht.
1993 Joint Venture met Hewitt voor Technische keramiek.
1994: Overname van alle uitstaande aandelen van de Zweedse Gustavsberg Groep.
Door deze fusie worden douches en baden, kranen en leidingsystemen aan het 
reeds bestaande productpakket toegevoegd en wordt de positie in de Europese sanitairmarkt versterkt. De statutaire naam is veranderd in N.V. Koninklijke Sphinx Gustavsberg.
1997 Strategische plannen van de onderneming aangepast aan de ontwikkelingen in de Europese markten. Concentratie van current business op keramisch en kunststof sanitair, douches en baden, kranen en spoel- en waterbesparingssystemen.

Oprichting van een nieuwe fabriek van Koralle in Poznan, Polen, voor de productie van artikelen uit de middelste en lage prijsklassen.
Mede als gevolg van de strategische heroriëntatie worden Schock Bad en Sphinx Tegels verkocht.
Toetreding van Z.W.S. Wroclow in Polen, later omgedoopt tot Sphinx Wroclaw. Met deze acquisitie verwerft de Groep een aandeel in de Poolse markt en een mogelijkheid voor outsourcing in landen met lage lonen.
1998 Gustavsberg Rörsysteem en de daarbij behorende deelnemingen worden eveneens verkocht.
Toetreding van Sanker Spol. S r.o. in de Republiek Slowakije.
De tweede acquisitie in een land met lage lonen, met een aandeel in de lokale markt en weer een mogelijkheid voor outsourcing.
1999 Mede als gevolg van strategische heroriëntatie wordt WISA (spoel- en waterbesparingssystemen) verkocht.
Op 14 december wordt N.V. Koninklijke Sphinx Gustavsberg overgenomen door het Finse bedrijf Sanitec Corporation.
2000 Met ingang van 14 januari is Sphinx Gustavsberg niet langer genoteerd aan de Amsterdamse Effectenbeurs.
2001 De statutaire naam wordt gewijzigd in Koninklijke Sphinx B.V."

2008 Sphinx Regels failliet

2009 Bekend gemaakt dat de productieactiviteiten van de Koninklijke Sphinx BV per 2010 volledig uit Maastricht zal verdwijnen. De productie wordt door de nieuwe eigenaar Sanitec verhuisd naar Zweden.

2010 De beroemde Italiaanse ontwerper Antonio Citterio ontwerpt douchewanden voor Sphinx.

2011 Sphinx komt met het Rimmfree wandcloset, een toilet zonder spoelrand voor meer hygiëne.

2012 Het bedrijf wordt omgedoopt tot BV DE SPHINX MAASTRICHT en verkoopt naast Sphinx, ook de merken Keramag Design en Koralle.

2015 Sanitec wordt overgenomen door Gerberit Group, waar B.V. DE SPHINX MAASTRICHT vanaf dat moment deel uitmaakt.

2019 De Eiffel is nu The Student Hotel, het complex is geheel verbouwd in een Hotel en woningen. Het Brikkegebouw wordt verbouwd door Blanche Dael en rest van de Sphinx is nu Loods 5 een groot meubelconcern, men combineert oud en nieuw, de sfeer van weleer is nog te voelen.

2020 De merknaam Sphinx wordt definitief historie. Het beroemde logo verdwijnt van alle toiletpotten en wastafels. Vanaf 1 april 2020 gaan de keramiek- en meubelseries de merknaam GEBERIT dragen die al sinds 2015 eigenaar is van de Sphinx.

Naor Bove

Vullen rondoven 1920, garneerder, fileerster aan het werk 1930, werken aan de verniskuip 1920, Bron GAM collectie SPHINX, SHCL
Nog een aantal aanvullingen, deze kunt u elders vinden op deze site,

Bron: website Sphinx, Mestreech Online, Stichting Regout, Bert Bartholomeus, Wikipedia, DBNL.Boek: Historische Encyclopedie Maastricht

Aonvaank