Maospunttore

(Maaspunttoren)

 

Maaspunttoren:

We gaan terug naar het begin van de vorige eeuw en bewonderen de Maaspunttoren. De Maaspunttoren, vroeger Lambrechtsrondeel, Rondeeltoren of toren aan de hoge Maaspunt genoemd, is een van oorsprong middeleeuwse waltoren. De toren was onderdeel van de Wycker stadsmuur en is gelegen aan het einde van de Stenenwal, de zuidelijke Maasoever in Wyck. De oorspronkelijke toren dateert waarschijnlijk uit de 14e eeuw, maar werd in de loop der eeuwen diverse malen vernieuwd.

Over het precieze bouwjaar van de eerste stadsmuur van Wyck is geen duidelijkheid. Mogelijk ging de bouw van de Wycker enceinte (omwalling) gelijk op met die van de eerste middeleeuwse stadsmuur op de linker Maasoever, vanaf het tweede kwart van de 13e eeuw. Waarschijnlijk betrof dit aanvankelijk een aarden wal met palissaden, wel al met stenen poorten. In 1284, aan het begin van de Limburgse Successieoorlog, trachtte Walram de Rosse van Valkenburg Maastricht te overmeesteren, maar de wallen aan de Wyckse kant waren blijkbaar al dusdanig sterk dat de vijand afdroop. Pas in 1318 vermeldt de kroniek van de Landen van Overmaas dat hertog Jan III van Brabant toestemming gaf een stenen muur om Wyck te bouwen. Vooral in de periode 1397-1400 werd onder oorlogsdreiging met man en macht gewerkt aan verbetering van de Wycker stadsmuur en gracht. Waarschijnlijk lag deze oudste muur ten westen van de Wycker Grachtstraat.

Detail Maquette van Maastricht met toren en ravelijn aan de hoge Maaspunt (links) en Parmabastion

De naam Maaspunttoren is niet historisch maar dateert uit de 19e eeuw. De toren op de hoge Maaspunt - de Wycker Kruittoren was de toren op de lage Maaspunt - wordt voor het eerst genoemd in 1333. De toren vormde de meest zuidwestelijke punt van de Wycker stadswal. In 1399 en 1439 wordt de toren opnieuw genoemd, de eerste keer in verband met herstelwerkzaamheden, de tweede keer in verband met de vervuilde toestand, waardoor niemand er de wacht wilde houden.Tussen 1477 en 1485 werd buiten de bestaande stadsmuur een nieuwe, dubbele aarden wal opgeworpen, die een iets wijdere halve cirkel omschreef. De binnenste wal werd versterkt met zes zware bolwerken, waarvan het Lambrechtsrondeel er een was. Het werd omstreeks 1485 voltooid. De verdediging van dit deel van de Wyckerwal was de verantwoordelijkheid van de Wyckenaren zelf. Alleen het stuk walmuur langs de Maas van de brugtot de Simon Mertenspoort werd bemand door de kerspels van Sint-Amor en Sint-Evergislus van de overkant. Aanvankelijk waren alleen de twee stadspoorten en de bolwerken van steen. Pas in de tweede helft van de 16e eeuw werden ook de wallen van de tweede Wycker enceinte versteend, waarbij een deel van de eerste muur werd afgebroken en de oude gracht werd gedempt.In de 18e eeuw werden de vestingwerken verder uitgebreid en werden buiten de Wyckeromwalling diverse buitenwerken aangelegd; bij de Maaspunttoren onder andere de ravelijn aan de hoge Maaspunt en debastions Parma en De Rooy.De buitenwerken in dit gebied konden door afdamming van een oude rivierarm van de Maas onder water gezet worden. Op de Franse maquette van Maastricht uit het midden van de 18e eeuw is de inkapseling van het Lambrechtsrondeel goed te zien.In de buurt van de toren ligt momenteel de 'Hoeg Brögk' en plein 1992

Naor Bove

Foto Maquette Wycker vestingwerken met ravelijn aan de Hoge Maaspunt (links), Parmabastion (rechts) en barakken, detail kopie Maquette van Maastricht, collectie Centre Céramique

1914 (Foto RCE) 1915 (Foto RCE) 1917 na de restauratie (Foto RCE)
Naor Bove

De ommuring van Wyck:
Morreau: " Een bijzonder belangrijk deel van de vesting Maastricht was Wyck, dat de toegang tot de Maasbrug beschermde. De vroegste vermelding van een verdedigingswerk te Wyck is die van een stenen toren in 1248  ‘deed Hendrik III, hertog van Braband, 'eenen toren bouwen aan den Maaskant te Wijk, om de houten Maasbrug te verdedigen’, zegt de kroniek van Gulpen; deze toren, tot welks verdediging Dirk van Valkenburg in 1267 liefst 300 man had gezonden, werd door Hendrik van Gelder, bisschop van Luik, in genoemd jaar ingenomen en gesloopt. Het materiaal werd gebruikt tot den bouw van het slot Montfort. Maar omstreeks 1320 begint men met de aanleg van een ommuring van dit stadsdeel (Wyck), die in de loop van de 15de eeuw wordt voltooid. Deze ommuring werd aan de landzijde omgeven door een wijdere aarden omwalling, waarmede men reeds in het laatst van de 15de eeuw een begin gemaakt had. (Voor de chronologie van de versterkingen in Wyck kan tegenwoordig beter gebruik worden gemaakt van de bevindingen van Panhuysen c.s. die met name in de Publications te vinden zijn nav de opgravingen op het Céramiqueterrein. Redactie.) De aanvankelijke stenen ommuring werd daarna successievelijk en grotendeels afgebroken. Alleen aan de rivierzijde bleef de oorspronkelijke stadsmuur bestaan en functioneren. Aan de omwalling werden dan ook in de volgende eeuwen verbeteringen en versterkingen aangebracht; sommige delen er van werden zelfs herbouwd. De ommuring van Wyck mat circa 1500m en had twee veldpoorten, drie Maaspoorten, een aantal poternes en muurtorens. Na 1867 verdwijnt ook bet bovenste deel van de Maasmuur."

Bron: "Bolwerk der Nederlanden" van L.J.Morreau uit 1979. Een uitgave van Van Gorcum, Assen. Het boek verscheen als nummer twee in de serie Maaslandse Monografieën (groot formaat) van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap. en DBNL,

Naor Bove

Bron:  Wikipedia, de ommuring van Wyck website Zicht op Maastricht, DBNL, panoramafoto MestreechterSteerke, plattegrond vesting Wikipedia

eine terök